zondag 27 januari 2008

ZOMER IN BADEN-BADEN : CITAAT

"[...] eerst nam hij haar dan in zijn armen, kuste hij haar borsten, en dan begon het zwemmen - ze zwommen met wijde slagen, hun armen gelijktijdig uit het water bewegend om lucht in hun longen op te zuigen, verder en verder van de kust vandaan, naar de donkerblauwe boog van de zee [...]" (p.37)

"[...] en ze zwommen weer heel ver, zo ver dat de kust uit het zicht verdween, alsof die er nooit was geweest - ze zwommen, gelijkmatig ademhalend, nu eens onder water duikend, dan weer er iets boven uitstijgend om lucht in hun longen op te zuigen - en toen het leek of er nooit een einde aan het zwemmen kwam en zij elk moment uit het water konden losbreken en al niet meer zommen, maar vlogen, als meeuwen, licht en vrij boven de zee zwevened, [...] (p.74)

Voor al mijn trouwe lezers: dit is een aanrder.

woensdag 23 januari 2008

ZOMER IN BADEN-BADEN / LEONID TSYPKIN


"Het is winter en de verteller van Zomer in Baden-Baden, Leonid Tsypkin, is met de trein op weg naar Leningrad, waar hij een paar dagen zal doorbrengen om op zoek te gaan naar sporen van zijn geliefde schrijver, Fjodor Dostojevski. Zijn reis brengt hem dichter bij de karakters van Dostojevski en zijn vrouw Anna Grigorjevna. Het is mei 1867 als de pasgetrouwde Dostojevski met Anna per trein uit St. Petersburg naar Baden-Baden vertrekt. Hun reis is een aaneenschakeling van onrust en spanningen, nu eens als gevolg van hun slechte financiële situatie, de aanmatigende houding van buitenlanders of Fjodors gokverslaving, dan weer vanwege morele kwesties, zinnelijkheid of jaloezie. De intensiteit van de vertelling van Zomer in Baden-Baden ligt in de echtelijke liefde. En Anna's liefde voor haar Fedja komt weer overeen met de liefde die de literaire discipel Tsypkin voelt voor Dostojevski. Met een uniek gevoel voor sfeer en details schrijft Tsypkin in één lange stroom van gedachten een impressionistische biografie van Dostokevski."

maandag 14 januari 2008

FLUISTERAARS: LEVEN ONDER STALIN / ORLANDO FIGES


"Hoe is het om onder de voortdurende druk van een totalitair systeem te leven? Wat gebeurt er in de binnenkamers, de huiskamers, tussen intimi? Wie is vijand? Wie is vriend? Het bijzondere aan Fluisteraars is dat het gaat over de ervaringen van álle Russen onder Stalin. Figes baseert zijn verhaal op een enorme veelheid aan bronnen - brieven, memoires, interviews - en vertelt hoe de Russen zich onder Stalin staande probeerden te houden. Op briljante wijze schetst hij de realiteit van de vaak onmogelijke keuzes waar mensen voor werden geplaatst. Het boek roept een beeld op van het beklemmende labyrint waarin de Russen in deze periode van dictatoriale onderdrukking terechtkwamen: een samenleving waarin een verkeerde keuze een hele familie kon vernietigen, maar waarin diezelfde keuze op een ander moment ironisch genoeg juist weer levens kon redden. Het was een maatschappij waarin mensen fluisterden: niet alleen om zichzelf, hun familie, hun buren en hun vrienden te beschermen, maar ook om hen te verklikken. Figes slaagt erin om ook van informanten de menselijke kant te laten zien en toont hoe in een repressief systeem iedereen in een collaborateur kan veranderen. De onschuldig ogende portretjes die de ijzingwekkende herhalen vergezellen, krijgen hierdoor een dreigende lading, hetgeen het boek een extra dimensie verleent, die voor historische non-fictie uniek mag worden genoemd."

vrijdag 11 januari 2008

ALEXANDRA / ALEXANDER SOKUROV


"Een Russisch regiment verblijft in een tentenkamp in Tsjetsjenië. Alexandra komt er haar kleinzoon opzoeken, die ze al zeven jaar niet meer zag. Als kapitein van een commando-eenheid is hij er ingekwartierd. Het bezoek van zijn oma heeft iets sacraal. Toch is ze niet echt welkom. Ze is een vreemde indringster in deze mannenwereld, waar het ongepast is om emoties te tonen. De dagelijkse realiteit is er hard. In het kamp is het snikheet en stoffig. De soldaten vervelen zich te pletter terwijl de dreiging alomtegenwoordig is. Dagelijks wordt er beslist over leven en dood. Alexandra wordt pijnlijk geconfronteerd met het weinig comfortabel soldatenleven. Van het leger heeft ze geen hoge dunk. Waardig en menselijk brengt deze godvrezende grootmoeder wat menselijke warmte in het leven van de frontsoldaten. Stuk voor stuk zijn het immers gewone jongens, die tegen hun zin oorlog moeten voeren. Hun patriottisme is slechts schijn, hun uniformeren slecht zittende kleren en hun heldenmoed onbestaande.
In een monochroom bruin palet schildert Sokurov de lelijkheid en de brutaliteit van de oorlog. Hij houdt de gevechtsscènes doelbewust buiten beeld en laat ons de absurditeit van de oorlogstragiek beleven via het gezichtsveld van de oude vrouw.
"

vrijdag 4 januari 2008

HERINNERINGEN UIT HET ONDERGRONDSE : CITAAT

"Een leven van meer dan veertig jaar is onbehoorlijk, gemeen, zedeloos. Wie leeft er nu langer dan veertig jaar - antwoordt u daar nu eens eerlijk en volgens uw diepste overtuiging op. Ik zal het u zeggen, alleen domkoppen en deugnieten worden ouder dan veertig."

Ik behoor tot de 'deugnieten', laat dat duidelijk zijn.

HERINNERINGEN UIT HET ONDERGRONDSE / DOSTOJEVSKI



Nog een tussendoortje. Alles beter dan Zjivago....

"Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een uitgebreide monoloog van de verteller. Het bestaat uit puur geredeneer. Het tweede deel geeft enkele episoden weer uit het leven van de hoofdpersoon, onder meer een gebeurtenis die twintig jaar eerder van grote invloed is geweest op het leven (en vooral denken) van de verteller.
De verteller, de 'man uit het ondergrondse', doet niets, hij denkt alleen en schrijft op : 'doe-mensen zijn stom'. Hij keert zich tegen elke vorm van no-nonsense, tegen alles wat vanzelfsprekend is, zoals bijvoorbeeld de wiskundige bewering 'twee keer twee is vier'. Hij is bovendien verslaafd aan het eindeloos analyseren van zichzelf. Hij erkent dat hij ziek is, maar beschouwt zich tegelijk als een typisch 19e-eeuwse mens die, met al zijn tegenstrijdigheden en paradoxen, vollediger wil zijn dan de primaire, natuurlijke en echte mens.
De 'ondergrondse mens' komt in opstand tegen die 'primaire mens', enerzijds omdat hij zich verheven voelt en anderzijds omdat hij jaloers is op de 'primaire mens' die genoegen neemt met de schijnbare vanzelfsprekendheid van (natuur) wetten. Hij, de ondergrondse mens, is nooit tevreden : onder elke steen ligt een andere, dieper liggende oorzaak of een lijk te rotten, een nieuwe peilloze afgrond.
Om zijn ondergrondse gedachten uit het eerste deel te illustreren haalt de verteller in het tweede deel ("Naar aanleiding van natte sneeuw") enkele voorbeelden uit zijn eigen leven aan. De episodes spelen zich af in een onwezenlijk en triest St. Petersburg in een groezelige sfeer van natte sneeuw en vrieskou. Ze spelen zich af in een kroeg met dronken officieren waar hij zijn gelijkwaardigheid wil bewijzen, op het afscheidsdiner van zijn oude klasgenoot Zverkov, en in een bordeel waar hij kennis maakt met Liza, die hij later tot zijn schaamte afwijst waarop hij zich voor altijd terugtrekt in zijn ondergrondse hol."